Vorige week de Pierloop in IJmuiden gelopen als testloop voor de Dam-tot-Dam, want het was al even geleden dat ik een wedstrijd liep boven de 10k… Met 15km per uur exact in 1 uur en 1 seconde gefinished. Dat was in IJmuiden genoeg voor de winst bij de M55 maar ik wist dat het in Amsterdam sneller zou moeten.
De week voor de wedstrijd wat extra geslapen en vooral korte trainingen gelopen, tempoblokken van 10 minuten op wedstrijdtempo en eenmaal 6×800 in 2.50. Ik achtte een tijd van 1.01 mogelijk. Als genodigd wedstrijdloper mocht ik vrij vooraan starten hetgeen wel een voordeel is bij zo’n grote wedstrijd. Leeftijdsgenoten die mij op het NK en in Zandvoort te snel af waren stonden ook in de voorste rijen. Ik hoopte in elk geval een podiumplek te behalen.
De start is massaal en in de tunnel kwamen er veel jongere wedstrijdlopers voorbij die me net te snel gingen. Na het 2km punt belandde ik een groepje met o.a. Johan Smet. Ik heb vaker van hem verloren dan gewonnen. Maar het verschil is vaak klein. Het groepje bestond uit 6 man, en ieder deed wel zijn deel in het kopwerk, tot ongeveer 10km. Toen begon de vermoeidheid op te spelen en wilde iedereen zich sparen. Gelukkig zat er nog iemand bij (Dennis) die graag op 1.00 uit wilde komen dus die nam de rest op sleeptouw. Dat ging gepaard met een kleine versnelling ik had daar wel een beetje moeite mee en toen bij 11.5 km Johan Smet de kop overnam en ook nog even gas gaf, liepen we nog maar met zijn vieren. En ik stond op het punt om ook te passen en het groepje te laten gaan.
Echter toen herinnerde ik me dat ik een in recent artikel gelezen had, dat vermoeidheid vooral in je hoofd zit en dat visuele prikkels je vermoeidheid kunnen versterken of doen afnemen. Achteraan het groepje hangend en Johan S. op kop zien sleuren maakte dat ik me vermoeider voelde dan ik was. Dus niet passen maar meer passen maken. De knop ging om, ik besloot niet af te haken maar gewoon de kop over te nemen, op kop lopen kost iets meer energie maar het besef dat je de anderen achter je hebt maakt je moreel sterker. Dennis nam af en toe over maar de rest kwam niet meer op kop. Mijn zelfvertrouwen groeide met het naderen van de finish.
En toen we door de Peperstraat renden bij het 15km punt, draaiden ze op het terras, Fleetwood Mac’s “Go your Own Way” (ik was ooit groot fan van Stevie Nicks) – meer had ik niet nodig. De laatste kilometer was mijn snelste. De groep splijtte uiteen en ik kon in elk geval Johan Smet achter me laten. Even later kwamen ook de andere concurrenten over de streep, hetgeen betekende dat er geen 55+er voor me zat.
De 1e plaats M55 in zo’n grote race. Dat is echt even kicken. Nu nog de halve van Haarlem en dan een maandje rust. Zo zie je maar weer dat je je theorie op orde moet hebben om in de praktijk te slagen.
Voor meer theorie kijk op twitter @jfneve.